Sri Lanka is in rouw na de dood van de heiligste olifant van het land. Olifant Raja, die op 68-jarige leeftijd overleed, krijgt zelfs een staatsbegrafenis. Veel inwoners zakten af naar de plek waar het lichaam van Raja ligt om hun verdriet te uiten en afscheid te nemen van het dier.
Nadungamuwa Vijaya Raja, in de volksmond beter bekend als Raja, werd beschouwd als de meest getemde en heilige olifant van Azië. Hij was een van de weinig uitverkoren olifanten om de heilige boeddhistische relikwieën – zoals de tand van Boeddha – te dragen tijdens een jaarlijkse parade op Sri Lanka. De processie van Esala vindt plaats in juli tijdens volle maan in de stad Kandy. Raja was zelfs zo belangrijk dat hij een eigen militaire eenheid had die hem beschermde tijdens de processie. De militairen weken tijdens de 90 kilometer lange optocht geen seconde van zijn zijde.
Volgens de traditie kunnen enkel bepaalde olifanten met zeer specifieke fysieke eigenschappen geselecteerd worden voor deze bijzondere rol. Ze moeten een platte rug en speciaal gebogen slagtanden hebben. Als ze staan moeten hun vier poten, slurf, mannelijk geslachtsdeel én staart de grond raken.
Raja, geboren in de Indiase stad Mysore in 1953, was volgens de folklore een van de twee olifantenkalveren die door de koning van Mysore aan een Sri Lankaanse arts-monnik werd geschonken. De koning gaf hem een olifant als bedanking voor het genezen van een van zijn familieleden.
De president van Sri Lanka, Gotabaya Rajapska, noemt Raja “een nationale schat”. Zijn kadaver zal na de staatsbegrafenis overgedragen worden aan taxidermisten, zodat zijn lichaam bewaard kan worden. Het nieuws over de dood van Raja raakt de inwoners van Sri Lanka diep. Veel mensen willen afscheid nemen van het dier, dat bedekt is met een witte lijkwade en bloemen.