Steenwijkers Ronald Kamerman en Gré Lieftink leggen de ‘eerste steen’ van een huis in Sri Lanka. De ‘steen’ is een soort doosje met daarin rijst, edelstenen, bladgoud en kruide. – eigen foto
Door : Jessica Fiks
STEENWIJK : Steenwijkers Ronald Kamerman en Gré Lieftink van stichting Nika Lanka zijn net terug van een maand Sri Lanka. Sinds het paar de tsunami op tweede kerstdag 2004 overleefde, gaat het elk jaar naar de Aziatische eilandenstaat om de bevolking te helpen.
In een maand tijd is er veel werk verzet. Zo hebben ze een compleet huis kunnen bouwen voor een arm gezin en een ander huis is verstevigd. Ook hebben ze een voetbalteam en een wielerclub een nieuwe outfit kunnen geven.
“We werken samen met een Sri Lankaanse medewerker, Geethanga. Hij wijst ons gezinnen aan die echt hulp nodig hebben. De projecten moeten afgerond zijn als wij weer vertrekken. We willen niet dat er geld aan de strijkstok blijft hangen”, legt Kamerman uit.
Naast de gezinnen steunt de stichting ook het ouderenhuis en een school voor speciaal onderwijs. Kamerman :”Wij kopen de spullen in het land zelf, zodat we de economie daar ook helpen. We werken met vaste aannemers en bedrijven. Als je elk jaar terugkomt, dan zie je ook wat er met de spullen gebeurt. En de kinderen van de school zie je grot worden, geweldig is dat.”
De eerste hulpactie vond slechts enkele maanden na de tsunamie plaats. In mei 2005 ging het duo naar Sri Lanka om de mensen te helpen. Vissers waren hun netten kwijt, boten vernield en huizen totaal vernield.
De afgelopen jaren hebben ze bijvoorbeeld naaimachines en onderwijsmiddelen kunnen geven aan de instellingen. Ze ondersteunen hierbij de al bestaande organisaties die de instellingen beheren. Ze vragen aan de directie wat er nodig is. “Vaak is het een hele waslijst, maar we kunnen natuurlijk niet alles realiseren”, beseft Kamerman. “We willen niet dat het ouderenhuis of de school instort als wij niet meer komen. Vandaar dat we ons niet bezighouden met de paperassen , maar concrete hulp bieden. We runnen de instellingen niet”, gaat hij verder.
De armoede in Sri Lanka is groot, zo ondervindt het tweetal nog altijd. Oorspronkelijk was hun plan om vijf jaar hulp te verlenen, inmiddels staat de teller al op acht jaar. “We gaan nog zeker twee jaar door”, zeggen ze vastbesloten. Want hoewel de schade van de tsunami inmiddels voor een groot deels is hersteld, blijft de malaise groot. De economische crisis gaart ook Sri Lanka niet voorbij en de kosten voor bouwmaterialen zijn explosief gestegen. “Mensen kunnen hun eigen woning niet opknappen, daarom blijven we ons inzetten.”
De Steenwijkers zamelen geld in via donateurs en een jaarlijkse fietsclinic. Het mag een cliché zijn, maar alle beetjes helpen. Dat zien Kamerman en Lieftink met eigen ogen. Ze opereren aan de westkant van het land, enkele kilometers onder de hoofdstad. Hetzelfde gebied waar ze in 2004 op vakantie waren.
“Voor de verwerking is het ook heel goed geweest. We zagen dat de mensen ondanks alles hun leven weer oppakten en dat wij daarbij konden helpen.”
Tsunami maar net overleefd
Ronald Kameram en Gré Lieftink vierden de kerstdagen in 2004 in Sri Lanka. Op de ochtend van de tsunami wilden ze een strandwandeling maken. “Het leek ons handig om een fles water te kopen, dus dat gingen we doen”, herinnert Kamerman zich nog al te goed.
Onderweg werd het stel aangesproken door een jongen. Ze zagen dat dieren in paniek raakten en de jongen zei hen op de spoorlijn te gaan staan. Zie liepen met hem mee en stonden op driehonderd meter van de kust toen de eerste golf kwam. “Dat we niet zoals gepland was op het strand liepen was onze redding”, beseft Kamerman. De eerste golf kwam tot aan de spoorlijn. We werden opgevangen in de hoofdstad, met veel andere toeristen. Kamerman :”We zagen dat het erg was, maar pas in Nederland werd de echte omvang duidelijk: dat er honderdduizenden doden waren gevallen. Toen kwam het besef dat we iets moesten doen om de bevolking daar te helpen.”